Nadat de MUON geïnstalleerd, geconfigureerd en gekoppeld is met Jullix moet de MUON ook nog toegevoegd worden in een installatie en ingesteld worden.

Apparaten die fysiek geïnstalleerd zijn moeten ook toegevoegd worden aan de installatie op het portaal zodat de gemonitorde data van het apparaat bij de installatie bewaard wordt. In eerste instantie is dat de Jullix, maar ook de andere apparaten (Extender, Nuo, Muon, …) moeten toegevoegd worden. Dit is altijd volgens dezelfde procedure.
Op de Configuratiepagina (1) van de installatie, onder de sectie Apparaten (2) vind je de lijst van toegevoegde apparaten.
Om een nieuw apparaat toe te voegen druk je op 'Apparaat toevoegen/claimen' (3).

In het popup venster kies je Claim apparaat (1). Bij MAC-ID (2) geef je het MAC in, bij POP-code (3) de 'POP'-code in die je terug vindt op de sticker. Je vinkt 'Voeg apparaat toe' (4) aan. Met een druk op de Claim (5) worden MAC en POP gecontroleerd en als die overeenkomen wordt het apparaat toegevoegd.

Als het apparaat is toegevoegd zie je het in de apparaat lijst verschijnen.

Apparaten die fysiek geïnstalleerd zijn, moeten ook toegevoegd worden aan de installatie op het portaal. In eerste instantie is dat Jullix, maar ook de andere apparaten moeten op dezelfde manier toegevoegd worden. Een apparaat (Jullix, extender, enz) aan de installatie toevoegen, gebeurt in 2 stappen. Eerst moet je op het portaal van de installatie bij de Configuratiepagina via 1, Apparaten (2) het apparaat claimen. Dit doe je door bij Claim apparaat bij MAC-id het ID in te geven van het apparaat (3) bij POP-code(4) geef je de code in die je terugvindt op de sticker. Door te klikken op het plusteken(5) wordt het MAC-ID en de POP-code gecontroleerd en is het apparaat geclaimd.

Als MAC-ID en POP-code overeenkomen en het apparaat is geclaimd(1) dan komt er een pop-up venster met de vraag of je apparaat wil toevoegen aan de installatie. Kies Ja (2) om het apparaat toe te voegen aan je installatie.

Als het apparaat is toegevoegd zie je de muon in de apparaatlijst verschijnen (1), je kan ook zien of het apparaat online (2) is. Je kan eventueel de naam en beschrijving nog aanpassen (3).

Als de laadpaal is toegevoegd aan de installatie, kan de laadpaal verder ingesteld worden op het portaal via Configuratie bij ev-stationLaadpaal.