meta data voor deze pagina
Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
nl:installer:laadpaal:blitz [2024/07/01 14:47] – [Jullix configureren] ludwig | nl:installer:laadpaal:blitz [2024/07/24 08:40] (huidige) – verwijderd mario | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | {{ nl: | ||
- | ====== Blitz-laadpaal ====== | ||
- | |||
- | De Blitz-laadpaal kan geïntegreerd worden in de Jullix vanaf firmware versie 1.3.3. Met de integratie zal de laadpaal gestuurd worden door het Jullix energiemanagement systeem. Laad sessies, laadkosten en laadmodi worden geregeld via het portaal en de Jullix app. De app van de laadpaal zelf heeft geen functie meer.\\ | ||
- | **Om de Blitz laadpaal te kunnen besturen met het Jullix EMS heb je ook een Virtuele MAC-ID met pop-code nodig. Je kan deze bekomen bij elicity.** | ||
- | |||
- | ===== Blitz-laadpaal installatie ===== | ||
- | |||
- | Volg de handleiding van de Blitz-laadpaal voor het installeren van de laadpaal met uitzondering van de energiemeter. De energiemeter dient niet te worden geïnstalleerd omdat de Blitz-laadpaal bestuurd wordt door het Jullix EMS.\\ | ||
- | **Wanneer je de de Blitz-laadpaal vooral in de stand ECO gebruikt, dan installeer je de laadpaal best enkel-fasig. Zo kan de EV al geladen worden vanaf 1,3kW. Als je de laadpaal 3 fasig aansluit dan zal de laadpaal in de stand ECO pas vanaf 4 kW overschot beginnen te laden.**\\ \\ | ||
- | |||
- | De Blitz-laadpaal dient verbonden te worden via het netwerk. De communicatie van de Jullix gebeurt via het netwerk. Het is belangrijk dat de Jullix en Blitz-laadpaal via hetzelfde netwerk verbonden zijn.\\ | ||
- | Standaard krijgt de Blitz-laadpaal automatische een IP-adres toegewezen van de Router waarmee hij verbonden is. Het IP-adres dat aan de Blitz laadpaal is toegewezen moet in gesteld worden bij de Jullix, als dit veranderd moet dit ook in de Jullix aangepast worden.\\ | ||
- | Voor een stabiele installatie zorg je er dus best voor dat het IP-adres van de laadpaal altijd hetzelfde is. De beste manier om dit te bereiken is door in de Router waarmee de Blitz-laadpaal verbonden is een DHCP-reservering in te stellen zodat de Blitz-laadpaal altijd hetzelfde IP-adres krijgt van de router. **Dit is de aanbevolen manier.** Als je weet welk vast-IP adres je mag gebruiken, dan is een andere mogelijkheid een vast IP-adres instellen in de Blitz-laadpaal zelf. | ||
- | |||
- | ===== Blitz-laadpaal configuratie ===== | ||
- | De Blitz-laadpaal moet geconfigureerd worden om door de Jullix aangestuurt te worden. | ||
- | Bij **Connectivity** > **Wired** kan je indien gewenst een vast IP-adres instellen. Bij de keuze van een vast IP-adres moet je ervoor zorgen dat het IP-adres geldig is: | ||
- | * Het IP-adres moet uniek zijn en mag nog niet in gebruik zijn door een ander apparaat. | ||
- | * Het IP-adres moet in dezelfde range als het IP-adres van de Jullix zijn. | ||
- | * Als er nog een DHCP-server in het netwerk actief is, dan moet je er zeker van zijn dat het gekozen vaste IP-adres voor de laadpaal zich niet in de DHCP-scope van de DHCP server bevindt. | ||
- | * Wanneer de BLitz-laadpaal en de Jullix aangesloten zijn aan een telenet-modem dan kies je voor de Blitz-laadpaal een IP-adres tussen 192.168.0.2 en 192.168.0.99, | ||
- | |||
- | ===== Jullix configureren ===== | ||
- | |||
- | {{ : | ||
- | Je klikt op **Config** om op configuratie van de Jullix aan te passen.\\ | ||
- | Bij **Select device manufacturer <color # | ||
- | Bij **Configure MODBUS station <color # | ||
- | Vervolgens moet nog een virtueel MAC-adres ingesteld worden om de Alfen laadpaal te identificeren. Dit Virtuele MAC-ID is absoluut noodzakelijk om de laadpaal via de Jullix te kunnen besturen. Je schakelt **Use Virtual MAC <color # | ||
- | Via **Apply <color # | ||
- | //De Virtuele MAC-ID' | ||
- | ===== Blitz laadpaal toevoegen aan de installatie ===== | ||
- | |||
- | Nadat de Blitz laadpaal geïnstalleerd en geconfigureerd is en gekoppeld is met de Jullix moet de Laadpaal ook nog toegevoegd worden aan de installatie in het portaal. Dit gebeurt in 2 stappen. Eerst moet je op het portaal bij configuratie**< | ||
- | De Blitz laadpaal komt nu bij in de lijst van apparaten te staan. Je kan eventueel de naam van de laadpaal nog wijzigen **<color # | ||
- | {{nl: | ||
- | Als de laadpaal is toegevoegd aan de installatie kan de laadpaal verder ingesteld worden, op het portaal via **{{mdi> | ||