meta data voor deze pagina
  •  

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie		Vorige revisie
nl:installer:inverter:solinteg:integm [2025/04/25 19:06] – ludwignl:installer:inverter:solinteg:integm [2025/09/08 14:54] (huidige) – [Firmware omvormer] ludwig
Regel 12: Regel 12:
  
 De Jullix of Extender communiceert met de omvormer via modbus RTU(RS485) aan 9600 bps. In de omvormer moet de modbus communicatie dus voor 9600 bps ingesteld worden. Het modbus-adres dient ingesteld of opgezocht te worden, dit Modbus adres moet in de Jullix of Extender ingesteld worden.\\ De Jullix of Extender communiceert met de omvormer via modbus RTU(RS485) aan 9600 bps. In de omvormer moet de modbus communicatie dus voor 9600 bps ingesteld worden. Het modbus-adres dient ingesteld of opgezocht te worden, dit Modbus adres moet in de Jullix of Extender ingesteld worden.\\
- 
-====== Firmware omvormer ====== 
- 
-<WRAP important> 
- 
-De Duracell Dura-i moet volgende firmware hebben voor een correcte werking met de Jullix. 
- 
-</WRAP> 
- 
-|  **Inverter firmware**  || 
-| Master DSP Version  | 022200  | 
-| Slave DSP Version  | 020200  | 
-| DC-DC converter Version  | 020600  | 
-| CSB Version | 022200 | 
  
  
 ===== RS485 Aansluiting ===== ===== RS485 Aansluiting =====
  
-De Jullix of Extender wordt verbonden met de Dura-i via modbus/RS485 van de omvormer. Je vindt de RS485 aansluiting terug op de COM poort. \\  {{:nl:installer:inverter:duracell:duracell_dura-i_rs485.png?500&direct}}+De Jullix of Extender wordt verbonden met de INTEG-M omvormer via modbus/RS485 van de omvormer. Je vindt de RS485 aansluiting terug op de COM 2 poort. \\  {{:nl:installer:inverter:solinteg:solinteg_integ-m_rs485.png?500&direct}}
  
 == ModBus met GND == == ModBus met GND ==
  
-Op onderstaand schema zie je hoe de aansluitingen moeten gebeuren. Signaal Dura-i pen A 485-A -> A,  pen B 485-B -> B en pen PE 485-GND -> G. {{:nl:installer:inverter:duracell:duracell_dura-i_rs485_schema.png?500&direct}} \\ \\+Op onderstaand schema zie je hoe de aansluitingen moeten gebeuren. Signaal Integ-M pen 13 (485 B1) -> B,  pen 14 (485 A1)-> A en pen 15 (COM D/0)-> G. {{:nl:installer:inverter:solinteg:solinteg_integ-m_rs485_schema.png?500&direct|}} \\ \\
  
 == Jullix/Extender voeding == == Jullix/Extender voeding ==
  
-Als de Jullix of Extender niet via de P1 poort wordt gevoed dien je nog een USB voeding te gebruiken.\\  {{:installer:voeding_5v.png?200&direct}}\\+De Jullix of Extender wordt gevoed via een USB voeding.\\  {{:installer:voeding_5v.png?200&direct}}\\  
 +//Als de extender ook wordt aangesloten aan de P1 poort van de digitale meter, dan heeft de extender geen extra voeding nodig.//
  
 ====== Jullix/extender Modbus RTU configuratie ====== ====== Jullix/extender Modbus RTU configuratie ======
  
-{{:nl:installer:inverter:duracell:modbus_config_duracell_dura-i.png?500&direct }} In de **[[nl:jullix:configuration|Jullix]]** of **[[nl:extender:configuration|Extender]]** moet de omvormer communicatie nog geconfigureerd worden. Wanneer je een MARSTEK batterij omvormer gebruikt, dan kies je in de modbus RTU configuratie bij **Type**: **Hybrid <color #ed1c24>(1)</color>** in de **Group** kies je **Duracell <color #ed1c24>(2)</color>**. Vervolgens kies je het juiste model, **Duracell Dura-i <color #ed1c24>(3)</color>**. In **Configure modbus station** stel je het juiste modbus adres in; meestal is dit **1 <color #ed1c24>(4)</color>**. Via **Apply <color #ed1c24>(5)</color>** worden de instellingen bewaard.\\+{{:nl:installer:inverter:solinteg:modbus_config_integ-m.png?400&direct }} In de **[[nl:jullix:configuration|Jullix]]** of **[[nl:extender:configuration|Extender]]** moet de omvormer communicatie nog geconfigureerd worden. Wanneer je een Solinteg INTEG M Hybride omvormer gebruikt, dan kies je in de modbus RTU configuratie bij **Type**: **Hybrid <color #ed1c24>(1)</color>** in de **Group** kies je **SOLINTEG <color #ed1c24>(2)</color>** en bij  **Subgroup** kies je **INTEGM <color #ed1c24>(3)</color>**. Vervolgens kies je het juiste model, **SOLINTEG INTEGM <color #ed1c24>(4)</color>**. In **Configure modbus station** stel je het juiste modbus adres in; meestal is dit **1 <color #ed1c24>(5)</color>**. Via **Apply <color #ed1c24>(6)</color>** worden de instellingen bewaard.\\