meta data voor deze pagina
  •  

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie		Vorige revisie
nl:installer:charger:teltonika [2025/03/19 22:20] – ludwignl:installer:charger:teltonika [2025/05/19 07:22] (huidige) – tom
Regel 3: Regel 3:
 ====== Teltonika TeltoCharge ====== ====== Teltonika TeltoCharge ======
  
-De TeltoCharge-laadpaal kan geïntegreerd worden in de Jullix vanaf firmware versie 1.3.3. Met de integratie zal de laadpaal gestuurd worden door het Jullix energiemanagement systeem. Laad sessies, laadkosten en laadmodi worden geregeld via het portaal en de Jullix app. De app van de laadpaal zelf heeft geen functie meer.\\+De TeltoCharge laadpaal kan geïntegreerd worden in  Jullix vanaf firmware versie 1.3.3. Met de integratie zal de laadpaal gestuurd worden door het Jullix energiemanagementsysteem. Laadsessies, laadkosten en laadmodi worden geregeld via het portaal en de Jullix app. De app van de laadpaal zelf heeft geen functie meer.\\
  
 <WRAP important> <WRAP important>
  
-Om de TeltoCharge laadpaal te kunnen besturen met het Jullix EMS heb je een Virtuele MAC-ID met pop-code nodig. Je kan deze bekomen bij elicity.\\  Voor de volledige besturing dien je ook een SMART plus abonnement af te sluiten.+Om de TeltoCharge laadpaal te kunnen besturen met het Jullix EMS heb je een Virtueel MAC-ID met pop-code nodig. Je kan deze bekomen bij elicity.\\  Voor de volledige besturing dien je ook een SMART plus abonnement af te sluiten.
  
 </WRAP> </WRAP>
  
-===== Installatie Teltonika =====+===== Installatie TeltoCharge =====
  
-Volg de handleiding van de Teltonika-laadpaal voor het installeren van de laadpaal. De energiemeter dient niet te worden geïnstalleerd omdat de Veton-laadpaal bestuurd wordt door het Jullix EMS.\\ \\+Volg de handleiding van de TeltoCharge laadpaal voor het installeren van de laadpaal. Een energiemeter dient niet te worden geïnstalleerd omdat de TeltoCharge laadpaal bestuurd wordt door het Jullix EMS.\\ \\
  
-===== RS485 Aansluiting =====+===== RS485-aansluiting =====
  
-De TeltoCharge-laadpaal wordt via een RS485 verbinding aangesloten aan de Jullix of Extender. De dataleiding modbus RTU wordt aangesloten aan de TeltoCharge RS485 aansluiting op het mainboard van de laadpaal.\\ {{:nl:installer:laadpaal:teltonika:teltocharge_rs485_schema.png?400&direct}}+De TeltoCharge laadpaal wordt via een RS485-verbinding aangesloten aan de Jullix of extender. De dataleiding modbus-RTU wordt aangesloten aan de TeltoCharge RS485-aansluiting op het mainboard van de laadpaal.\\ {{:nl:installer:laadpaal:teltonika:teltocharge_rs485_schema.png?400&direct}}
  
 ===== Configuratie TeltoCharge ===== ===== Configuratie TeltoCharge =====
  
-De TeltoCharge-laadpaal moet geconfigureerd worden om door de Jullix aangestuurd te worden. Hiervoor installeer je de Teltonika Energy App. In de handleiding van de laadpaal vind je hoe je dat moet doen. In de App maak je verbinding met de laadpaal.\\ +De TeltoCharge laadpaal moet geconfigureerd worden om door de Jullix aangestuurd te worden. Hiervoor installeer je de Teltonika Energy App. In de handleiding van de laadpaal vind je hoe je dat moet doen. In de app maak je verbinding met de laadpaal.\\ Nadat je verbinding hebt gemaakt met de laadpaal klik je op {{icon:cog.svg?24}} **<color #ed1c24>1</color>** Instellingen.\\  {{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_1.png?200&direct}}\\  In het instellingenmenu stel je de beveiling (zekering) van je laadpaal in. Als je dynamisch wil schakelen van 1- naar 3-fasig moet je zekering minimaal 16A zijn en stel je die hier ook zo in.\\  
-In de app  +Je schuift de slider naar de correcte waarde en klikt op opslaan.\\  
-{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_1.png?direct&200|}}{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_2.png?direct&200|}}{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot3.png?direct&200|}}{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_4.png?direct&200|}} +{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_1b.png?direct&200|}}{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_1c.png?direct&200|}}{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_1d.png?direct&200|}}\\  
-e configuruatie heeft de Alfen-laadpaal ook nog een licentie nodig. Om de Alfen laadpaal te kunnen besturen via modbus tcp heb je de **'Active Load Balancing'-licentie** nodig.\\ Voor de beste regeling wordt best ook de **'32A licentie'** geactiveerd.\\  De configuratie van de Alfen laadpaal gebeurt via het **ACE Service Installer configuration tool**. Dit wordt geïnstalleerd op een computer, je hebt hiervoor ook een Alfen Account nodig.\\  In de **ACE Service Installer configuration tool** schakel je de **Active load balancing** in. Bij **Data Source** kies je voor **Energy Management System**. Je vinkt ook **Allow 1- and 3-phase charging** aan.\\  Bij **Connectivity** > **Wired** kan je indien gewenst een vast IP-adres instellen. Bij de keuze van een vast IP-adres moet je ervoor zorgen dat het IP-adres geldig is:+Daarna scroll je verder naar beneden in het menu en klik je op Installateursmenu **<color #ed1c24>2</color>**.\\  {{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_2.png?200&direct}}\\ 
 +In dit menu controleer je de communicatie bij ALGEMENE METERINSTELLINGEN. Bij DYNAMISCHE LOAD BALANCING zet je Dynamische load balancing aan. En bij DYNAMISCH LAADBEHEER zet je ook het dynamisch laadbeheer aan. En je zet de Mastermodus uit.\\ 
 +{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_3.png?200&direct}}{{:nl:installer:laadpaal:teltonika:screenshot_4.png?200&direct}}\\  
 +Je kan hier ook eventueel het modbus-adres aanpassen. Standaard gebruiken we 1 in Jullix.\\  
 +Je klikt op OPSLAAN om de wijzigingen te bewaren.\\ 
  
-  * Het IP-adres moet uniek zijn en mag nog niet in gebruik zijn door een ander apparaat. +===== Jullix configureren =====
-  * Het IP-adres moet in dezelfde range als het IP-adres van de Jullix zijn. +
-  * Als er nog een DHCP-server in het netwerk actief is, dan moet je er zeker van zijn dat het gekozen vaste IP-adres voor de laadpaal zich niet in de DHCP-scope van de DHCP server bevindt.\\+
  
-In hoofdstuk 2 (Enabling Modbus Slave in charging stations) van [[https://alfen.com/file-download/download/public/1610|de handleiding van Alfen]] vind je meer details. +{{ :jullix:jullix_stikker.png?200&nolink}} Om de TeltoCharge laadpaal in te stellen in het Jullix-EMS, maak je verbinding met Jullix of extender. Via je laptop of smartphone maak je verbinding met het wifi-netwerk van Jullix of extender. De gegevens vind je op de sticker.\\   Je smartphone of laptop wordt verbonden met het wifi-netwerk van Jullix of extender. Je krijgt de melding dat deze verbinding geen verbinding heeft met het internet: dit is normaal. \\ Als je verbinding hebt met de Jullix open je een browser op je smartphone of laptop en voer je het webadres in: **%%http://192.168.4.1%%** \\   {{:installer:alfen:jullix_alfen_config1.png?400&nolink}}\\  Je klikt op **Config** om de configuratie van Jullix of extender aan te passen.\\  In de configuratie ga je naar de configuratie van de ModBus-poort waar je de laadpaal hebt aangesloten. Bijvoorbeeld: **Step 3: Modbus RTU**\\  {{:nl:installer:laadpaal:teltonika:teltocharge_modbus_config.png?direct&400 }}\\ Bij **Type <color #ed1c24>1</color>** kies je **'charger'**, en bij **Group <color #ed1c24>2</color>** het merk: **Teltonika**.\\ Vervolgens kies je bij **Model <color #ed1c24>3</color>** het model van laadpaal: **Teltonika TeltoCharge** .  Bij **Configure MODBUS station <color #ed1c24>4</color>** geef je het modbus-adres, dit is normaal gezien 1.\\   Vervolgens moet nog een virtueel MAC-adres ingesteld worden om de TeltoCharge laadpaal te identificeren. Dit Virtuele MAC-ID is absoluut noodzakelijk om de laadpaal via Jullix te kunnen besturen. Je schakelt **Use Virtual MAC <color #ed1c24>5</color>** in en je vult het **Virtual MAC <color #ed1c24>6</color>** met bijhorende **Virtual MAC POP code <color #ed1c24>7</color>** in.\\  Via **Apply <color #ed1c24>8</color>** wordt de verbinding gemaakt. Als de gegevens juist zijn ingevuld wordt dit bevestigd.\\ \\ \\  <WRAP clear></WRAP> //De Virtuele MAC-ID's die nodig zijn voor de slimme besturing van de laadpaal kan je bekomen bij Elicity. Elke laadpaal heeft een uniek 'Virtueel' MAC-ID nodig voor identificatie van de data en om deze te kunnen besturen. Je kan een virtueel MAC-ID maar één keer gebruiken. //\\
- +
-===== Jullix configureren =====+
  
-{{ :jullix:jullix_stikker.png?200&nolink}}Als het IP-adres van de Veton-laadpaal bekend is en de benodigde licenties op de Veton-laadpaal zijn geactiveerd, kan de Jullix met de Veton-laadpaal worden verbonden. Om de Veton-laadpaal in te stellen in het Jullix-EMS, maak je verbinding met de Jullix. Via je laptop of smartphone maak je verbinding met het wifi-netwerk van de Jullix. De gegevens vind je op de sticker.\\   Je smartphone of laptop wordt verbonden met het wifi netwerk van de Jullix. Je krijgt de melding dat deze verbinding geen verbinding heeft met het internet: dit is normaal. \\ Als je verbinding hebt met de Jullix open je een browser op je smartphone of laptop en type je het webadres: **%%http://192.168.4.1%%** \\   {{:installer:alfen:jullix_alfen_config1.png?400&nolink}}\\  Je klikt op **Config** om op configuratie van de Jullix aan te passen.\\  In de configuratie ga je naar de step5x voor de configuratie van een ModBus TCP connectie. Je kan vier dergelijke verbindingen configureren, je kiest de eerste die nog niet gebruikt is, bijvoorbeeld: **Step 5a: Modbus TCP T**\\  {{nl:installer:laadpaal:blitz:modbustcp_config.png?400&direct}}\\ Bij **Select device manufacturer <color #ed1c24>1</color>** kies je **'Veton'**. Vervolgens kies je bij **Select device model <color #ed1c24>2</color>** de laadpaal: **Veton xxxxxxxxxe**.\\  Bij **Configure MODBUS station <color #ed1c24>3</color>** geef je modbus adres, dit is normaal gezien 1.\\ Bij **Configure IP-address <color #ed1c24>4</color>** geef je het IP-adres van de Veton laadpaal in. Eventueel pas je bij **Configure Port <color #ed1c24>5</color>** de Modbus poort nog aan, standaard is die 502.\\  Vervolgens moet nog een virtueel MAC-adres ingesteld worden om de Veton laadpaal te identificeren. Dit Virtuele MAC-ID is absoluut noodzakelijk om de laadpaal via de Jullix te kunnen besturen. Je schakelt **Use Virtual MAC <color #ed1c24>6</color>** in en je vult het **Virtual MAC <color #ed1c24>7</color>** met bijhorende **Virtual MAC POP code <color #ed1c24>8</color>** in.\\  Via **Apply <color #ed1c24>9</color>** wordt de verbinding gemaakt. Als de gegevens juist zijn ingevuld wordt dit bevestigd.\\ \\ \\  //De Virtuele MAC-ID's die nodig zijn voor de slimme besturing van de Veton-laadpaal kan je bekomen bij Elicity. Behalve de MUON heeft elke laadpaal nog een uniek 'Viruele' MAC-ID nodig voor identificatie van de data en om deze te kunnen besturen. Je kan een Virtuele MAC-ID maar één keer gebruiken. De MUON laadpalen zijn al geïdentificeerd met hun MAC-ID en hebben dus geen virtuel MAC-ID nodig.//\\+===== TeltoCharge laadpaal toevoegen en claimen =====
  
-===== Teltonika laadpaal toevoegen aan de installatie =====+Nadat de TeltoCharge-laadpaal is geïnstalleerd, geconfigureerd en gekoppeld met Jullix, moet de laadpaal ook nog worden toegevoegd aan de installatie in het portaal, dit gebeurt in 2 stappen. Eerst moet je op het portaal van de installatie bij **Configuratie** via {{icon:cog.svg?24}} **<color #ff0000>1</color>**, **Apparaten <color #ff0000>(2)</color>** de TeltoCharge laadpaal via het Virtuele MAC-ID claimen. Dit doe je door bij **Claim apparaat** bij MAC-id het virtuele MAC-ID in te geven **<color #ed1c24>(3)</color>**, bij POP-code **<color #ed1c24>(4)</color>** geef je bijhorende de POP-code in. Door te klikken op het plusteken **<color #ed1c24>(5)</color>** wordt het MAC-ID en de POP-code gecontroleerd.\\  {{:nl:muon:configuration:muon_claimen.png?500&direct}} \\   Als MAC-ID en POP-code overeenkomen en het apparaat is geclaimd**<color #ff0000>(1)</color>** dan komt er een pop-up venster met de vraag of je het apparaat wil toevoegen aan de installatie. Kies **Ja <color #ff0000>(2)</color>** om de TeltoCharge laadpaal toe te voegen aan je installatie.\\  {{:nl:muon:configuration:muon_toevoegen.png?500&direct}}\\  Als het apparaat is toegevoegd zie je de laadpaal in de apparaatlijst verschijnen **<color #ff0000>(1)</color>**, je ziet dat het een virtuele laadpaal is **<color #ff0000>(2)</color>** is. Je kan eventueel de naam en beschrijving nog aanpassen in het menu **<color #ff0000>(3)</color>** kies je **Bewerken**.\\  {{:nl:installer:laadpaal:device_list_virtual.png?500&direct}}{{:nl:installer:laadpaal:naam_wijzigen.png?500&direct}}\\  
 +Als de laadpaal is toegevoegd aan de installatie kan de laadpaal verder ingesteld worden, op het portaal via **Configuratie  {{icon:cog.svg?24&nolink}}** bij **{{mdi>ev-station?color=#811F82&size=24}}[[nl:charger:settings|Laadpaal]]**.\\ \\
  
-Nadat de Veton-laadpaal is geïnstalleerd en geconfigureerd en is gekoppeld met de Jullix, moet de laadpaal ook nog worden toegevoegd aan de installatie in het portaal. Eerst moet je op het portaal bij configuratie**<color #ff0000>(1)</color>**, apparaten**<color #ff0000>(2)</color>** instellen**<color #ff0000>(3)</color>** de Veton laadpaal via het Virtuele MAC-ID claimen. Dit doe je door bij **Claim apparaat** bij MAC-id het virtuele MAC-ID in te geven **<color #ed1c24>(4)</color>**, bij POP-code **<color #ed1c24>(5)</color>** geef je opnieuw de POP-code. Door te klikken op het plusteken **<color #ed1c24>(6)</color>** wordt het MAC-ID en de POP-code gecontroleerd en is het apparaat geclaimd.\\  {{:muon:claim_muon.png?600&direct}} \\   Als MAC-ID en POP-code overeenkomen en het apparaat is geclaimd**<color #ff0000>(1)</color>** dan komt er een pop-up venster **<color #ff0000>(2)</color>** met de vraag of je apparaat wil toevoegen aan de installatie. Kies **Ja** om de Veton laadpaal toe te voegen aan je installatie.\\  {{:jullix:jullix_toevoegen.png?600&direct}}\\  De Veton laadpaal komt nu bij in de lijst van apparaten te staan. Je kan eventueel de naam van de laadpaal nog wijzigen **<color #ed1c24>(1)</color>**\\ {{nl:installer:laadpaal:blitz:portaal_apparaten_blitz.png?600}}\\  ls de laadpaal is toegevoegd aan de installatie kan de laadpaal verder ingesteld worden, op het portaal via **{{mdi>ev-station?color=#811F82&size=24}}[[nl:charger:settings]]** op de **configuratiepagina  {{icon:cog.svg?24&nolink}}  \\ \\