meta data voor deze pagina
  •  

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
nl:installer:charger:alfen [2025/04/21 13:19] – [Jullix configureren] ludwignl:installer:charger:alfen [2025/04/21 13:20] (huidige) – [Jullix configureren] ludwig
Regel 27: Regel 27:
   Bij **Configure IP-address<color #ed1c24>3</color>** geef je het IP-adres van de Alfen laadpaal in en de poort in **'Configure Port'**, standaard is die 502.\\  Vervolgens moet nog een virtueel MAC-adres ingesteld worden om de Alfen laadpaal te identificeren. Dit Virtuele MAC-ID is absoluut noodzakelijk om de laadpaal via de Jullix te kunnen besturen. Je schakelt **Use Virtual MAC<color #ed1c24>4</color>** in en je vult het **Virtual MAC<color #ed1c24>5</color>** met bijhorende **Virtual MAC POP code<color #ed1c24>6</color>** in.\\  Via **Apply <color #ed1c24>7</color>** wordt de verbinding gemaakt. Als de gegevens juist zijn ingevuld wordt dit bevestigd.   Bij **Configure IP-address<color #ed1c24>3</color>** geef je het IP-adres van de Alfen laadpaal in en de poort in **'Configure Port'**, standaard is die 502.\\  Vervolgens moet nog een virtueel MAC-adres ingesteld worden om de Alfen laadpaal te identificeren. Dit Virtuele MAC-ID is absoluut noodzakelijk om de laadpaal via de Jullix te kunnen besturen. Je schakelt **Use Virtual MAC<color #ed1c24>4</color>** in en je vult het **Virtual MAC<color #ed1c24>5</color>** met bijhorende **Virtual MAC POP code<color #ed1c24>6</color>** in.\\  Via **Apply <color #ed1c24>7</color>** wordt de verbinding gemaakt. Als de gegevens juist zijn ingevuld wordt dit bevestigd.
  
-Heb je een Alfen met twee laadpoorten dan herhaal je de configuratie, nog eens. Je kiest dan de volgende vrije **Modbus TCP**. Bij **Select device model<color #ed1c24>2</color>** kies je nu de andere poort  **Alfen Dual Socket (right of lef en 16 of 32A)** .  Je kiest hetzelfde modbus adres bij **'Configure MODBUS station'**, hetzelfde IP-adres in **Configure IP-address<color #ed1c24>3</color>** en dezelfde poort in **'Configure Port'**. Je moet opnieuw **Use Virtual MAC<color #ed1c24>4</color>** inschakelen en je gebruikt een tweede, een ander Virtual MAC-ID. \\ \\ \\  //De Virtuele MAC-ID's die nodig zijn voor de slimme besturing van de Alfenlaadpaal kan je bekomen bij Elicity. Behalve de MUON heeft elke laadpaal nog een uniek 'Viruele' MAC-ID nodig voor identificatie van de data en om deze te kunnen besturen. Je kan een Virtuele MAC-ID maar één keer gebruiken. De MUON laadpalen zijn al geïdentificeerd met hun MAC-ID en hebben dus geen virtuel MAC-ID nodig.//\\+Heb je een Alfen met twee laadpoorten dan herhaal je de configuratie, nog eens. Je kiest dan de volgende vrije **Modbus TCP**. Bij **Select device model<color #ed1c24>2</color>** kies je nu de andere poort  **Alfen Dual Socket (right of lef en 16 of 32A)** .  Je kiest hetzelfde modbus adres bij **'Configure MODBUS station'**, hetzelfde IP-adres in **Configure IP-address<color #ed1c24>3</color>** en dezelfde poort in **'Configure Port'**. Je moet opnieuw **Use Virtual MAC<color #ed1c24>4</color>** inschakelen en je gebruikt een tweede, een ander Virtual MAC-ID. \\ \\ \\  
 +<WRAP clear></WRAP> //De Virtuele MAC-ID's die nodig zijn voor de slimme besturing van de Alfenlaadpaal kan je bekomen bij Elicity. Behalve de MUON heeft elke laadpaal nog een uniek 'Viruele' MAC-ID nodig voor identificatie van de data en om deze te kunnen besturen. Je kan een Virtuele MAC-ID maar één keer gebruiken. De MUON laadpalen zijn al geïdentificeerd met hun MAC-ID en hebben dus geen virtuel MAC-ID nodig.//\\