Voor apparaten (omvormers en laadpalen die via ModBus-TCP communiceren) kunnen er 4 Modbus-TCP connecties ingesteld worden in Jullix. Je kiest de eerste die nog niet gebruikt is, bijvoorbeeld: Step 5a: Modbus TCP T
Current configuration: toont wat er momenteel geconfigureerd is. Bij Type (1) kies je het type apparaat dat waar je het netwerk wil verbinden. Bij Manufacturer (2) kan je het merk van apparaat kiezen.
Volgende types apparaten kan je connecteren via modbus:
Afhankelijk van het gekozen apparaat Type en Manufacturer krijg je nog bijkomende keuzemogelijkheden. Bijvoorbeeld bij een Retro(1) apparaat van SAJ(2) krijg je volgende bijkomende keuze: Family (3) in dit geval de beschikbare Saj omvormerreeks. Device model (4) het omvormer model.
Bij Connection details geef je bij Hostname / IP (5) de hostname of het IP-adres van de omvormer in. Als de omvormer dit ondersteund geef je bij voorkeur de Hostname in. Via Scan (5b) kan je het netwerk scannen naar de omvormer als je de hostname niet kent. In het lijstje van gedetecteerde apparaten kies je dan de omvormer (5c).
Bij Port (6) de poort die is ingesteld in de omvormer, meestal is dat 502. En bij MODBUS station 7 geef je het modbus-adres in dat is ingesteld, meestal is dat 1.
Via Apply (8) worden de instellingen bewaard.
Let op: je kan een omvormer via bekabeld netwerk enkel binnen hetzelfde netwerk verbinden met Jullix.
De tweede modbus-TCP connectie die geconfigureerd kan worden. De configuratie is identiek aan Step 5a: Modbus TCP T.
De derde modbus-TCP connectie die geconfigureerd kan worden. De configuratie is identiek aan Step 5a: Modbus TCP T.
De vierde modbus-TCP connectie die geconfigureerd kan worden. De configuratie is identiek aan Step 5a: Modbus TCP T.